Ras Engelse cocker - Thistle Passion

menuachtergrond
Thistle passion
Go to content

Ras Engelse cocker

Engelse cocker spaniel

Herkomst

Engelse cocker spaniel Geschiedenis
De Engelse Cocker Spaniel is een van de oudste hondenrassen. De eerste schriftelijke melding van een Engelse Cocker Spaniel stamt uit 948.
In de 18e eeuw werd voor het eerst over de Engelse Cocker Spaniel gesproken in Engeland. Het waren ideale honden voor de jacht op de houtsnip vanwege hun perfecte formaat en dikke vacht. De Engelse Cocker Spaniel liet zich niet tegen houden door doornstruiken en dichtbegroeid gewas; ze konden zich, door hun formaat, overal doorheen manoeuvreren. Door zijn moedige jachtpassie, waardoor zij regelmatig verwondingen aan hun staart opliepen, werden deze destijds gecoupeerd. Dit werd toen in de rasstandaard opgenomen.
In de 19e eeuw werden de Spaniels opgedeeld in grote Spaniels (Field Spaniel) en kleine Spaniels (Cocker Spaniel). Deze verdeling was gerelateerd aan het gewicht van de hond. Boven de 25 Engelse ponden werd de hond ingedeeld bij de Field Spaniel en onder dat gewicht bij de Cocker Spaniel.
In het tweede gedeelte van de 19e eeuw is men begonnen met een fokprogramma dat geleid heeft tot de hedendaagse Engesle Cocker Spaniel. In Engeland werd de eerste Engelse Cocker Spaniel Vereniging in 1885 opgericht, in Nederland was dat in 1906.
Oorsprong naam Over de herkomst van de naam “ Engelse Cocker Spaniel” wordt nog steeds getwist; niemand weet precies waar de “Spaniel” vandaan komt. De naam “Cocker” is afkomstig van de Woodcock (houtsnip). Rond 1800 werd er veel gejaagd op deze vogels met behulp van de Engelse Cocker Spaniel.
De naam “Spaniel” of “Epagneul” zou vanuit het Spaans komen en is een verbastering van Espagnol; letterlijk vertaald “hond van Spaanse afkomst”. Anderen beweren dat “Epagneul” is afgeleid van het Franse werkwoord ‘s’espagner (gaan liggen).

Aanleg
Jacht-en gezinshond.
De Engelse Cocker Spaniel is een jachthond en heeft zijn natuurlijke instinct voor het jagen en apporteren nooit verloren. De Engelse Cocker Spaniel is een kleine, ijverige en krachtige jachthond. Alhoewel tegenwoordig de mogelijkheden om in het veld te werken zeer beperkt zijn, kan er toch nog wel getraind worden. Dit kan via de rasvereniging of de KNJV. Het is prachtig om deze kleine jachthond in het veld aan het werk te zien.
Aard Als wij aan een Cocker denken: Vrolijk, zacht, meegaand, intelligent, aanhankelijk, levendig, goede neus, dol op water.
De Engelse Cocker Spaniel heeft een jacht instinkt. Het is een vrolijke, zachtaardige hond die meegaand, intelligent en aanhankelijk is. Het zijn levendige honden die, gezien hun soms eigenwijze gedrag, consequent opgevoed moeten worden. De meeste Cockers zijn dol op apporteren en zwemmen. Hier komt ook de bekende term “willing to please” vandaan.
Sociale aanleg Engelse Cocker spaniels zijn levendige en vrolijke honden. Ze hebben een onverwoestbaar goed humeur, en zien overal de lol van in. Kenmerkend aan de Engelse Cockers zijn de eeuwig kwispelende staarten. Bovendien zijn Engelse Cockers aanhankelijk en op de baas gericht.
Ze lopen de hele dag, als ze kans krijgen achter je aan te dreutelen. Daar moet men als (toekomstige) baas wel tegen kunnen of een oplossing voor verzinnen, zoals af en toe in de bench.
Over het algemeen zijn cockers sociaal en verdraagzaam tegenover vreemde honden. Het zijn ook grote kindervrienden. En ze kunnen goed samenleven met andere huisdieren als katten, konijnen en hamsters.

Land van herkomst Het ras, Engelse Cocker Spaniel, komt van origine uit Groot Brittannië. Daar is het ras ontstaan met de bedoeling een jachthondje te fokken, dat uithoudingsvermogen, een goede neus en snelheid heeft. Bovendien hebben jaren van selectie op bepaalde kenmerken voor het veldwerk, opgeleverd dat Engelse Cockers veel will to please hebben, hard voor hun baas willen werken, doorzetters zijn en veel energie hebben. Ze zijn bovendien gefokt op een uitgebalanceerde anatomie, die er voor zorgt dat ze lang en voortdurend kunnen draven . De borstkassen zijn diep tussen de voorpoten gelegen, de achterpoten moeten mooie hoekingen hebben, zodat ze kunnen stuwen, zoals we dat in kynologische termen zeggen. De ruggen moeten recht zijn, en de hond moet een sterke hals hebben om wild te kunnen apporteren.
Karakter Het zijn bewegelijke, levendige, intelligente, waakse, milde, opgewekte en een beetje eigenwijze honden. De eenkleurige Engelse Cocker Spaniel heeft leidinggevende eigenschappen en een sterke drang het initiatief over te nemen. De meerkleurige Engelse Cocker Spaniel is iets meer afhankelijk van leiding.
Uiterlijk De Engelse Cocker Spaniel is een jachthond die stevig is gebouwd. Zijn uiterlijk is compact en vierkant. De snuit is vierkant en de neus is breed genoeg om mee te kunnen speuren.

Hoofd: De schedel is fijn belijnd en duidelijk. Hij heeft een goed ontwikkelde, besneden voorsnuit, duidelijke stop en de wangen zijn vlak en droog.

Ogen: Deze zijn hazelnootbruin en in harmonie met de kleur van de vacht. De donker gekleurde ogen zien er vriendelijk en intelligent uit. Ze hebben een vrolijke en heldere uitstraling.

Oren: Deze zijn laag aangezet en lang, niet verder reikend dan de neuspunt. Ze zijn bekleed met lang en zijdeachtig haar.

Staart: De staart is laag aangezet en niet hoger dan de ruglijn gedragen. Hoe lager hij wordt gedragen, des te beter het is. Als de hond aan het werk is, moet de staart onafgebroken in beweging zijn.

Vacht:
De vacht van de Engels Cocker Spaniel is glad en aanliggend, recht, zijdeachtig en niet gegolfd ; de bevedering is niet overvloedig. Lang behang op oren en borst. Een franje aan de achterkant van de extremiteiten. Boven de benen en hielen is de vacht goed bevederd.

Kleur Bij de Engelse Cocker Spaniël kent men een groot aantal kleurvariëteiten. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de één- en meerkleuren.

De éénkleuren zijn zwart, rood, chocolate/lever of sable, al of niet met tankleur. Bij de eenkleurige is een witte vlek op de borst toegestaan.

De meerkleuren zijn blauwschimmel, roodschimmel, oranjeschimmel, chocolateschimmel, zwartbond, roodbont, oranjebont, chocolatebont, driekleur, sableschimmel, al of niet met tankleur.

Reu: Schofthoogte: 40 – 41 cm
Gewicht: 14 tot 15 kg.
Gemiddelde leeftijd: 13 tot 14 jaar

Teef: Schofthoogte: 38 – 39 cm
Gewicht: 12 tot 13 kilo
Gemiddelde leeftijd: 13 tot 14 jaar

Verzorging Hun vachten vergen veel onderhoud. Daar moeten pupkopers en eigenaren rekening mee houden.

De vacht van deze honden begint snel te klitten wanneer u deze niet zeer regelmatig grondig kamt en borstelt. Vergeet het haar tussen de achter-en voorpoten en het haar op de oren niet. U moet de gehoorgang schoon houden en verwijder het overtollige haar.Maar als ze goed en door een erkende trimster onder handen zijn genomen, dan geeft dit een prachtig beeld van een anatomisch uitgebalanceerde en met grote schoonheid omgeven hond.
De Cocker Spaniel moet regelmatig geplukt worden, waarbij vooral het overtollige haar bovenop de kop, onder de oren en in de nek moet uitgedund worden. Afhankelijk van de kwaliteit van de vacht laat u dit twee tot vier keer per jaar bij een trimsalon doen.

Opvoeding De Cocker Spaniel is van nature uit een meegaande hond die snel in de gaten heeft wat er van hem wordt verlangt.V Voedt hem op met veel begrip, maar wel zeer consequent. Wanneer u alles op zijn beloop laat gaan, zal de Engelse Cocker zeker een loopje met u nemen.

Beweging Deze hond is tevreden met driemaal daags een blokje om, maar dat neemt niet weg dat hij erg graag buiten is. U doet hem een groot plezier als u hem regelmatig los laat rennen in de vrije natuur. De meeste Cockers zijn dol op zwemmen.

Andere Spanielrassen Springer Spaniel
Field Spaniel
Ierse Water Spaniel
Sussex Spaniel
Amerikaanse Cocker Spaniel
King Charles Spaniel
Thistle Passion
Back to content